Enige tijd geleden keek ik met mijn dochter een filmpje op youtube. Een astronome ging in gesprek met haar publiek over de vraag of de planeet aarde eigenlijk wel zo bijzonder is in zijn soort. In een flits bracht me dit bij mijn eigen regelmatig terugkerende bijzonderheidssyndroom.

Grootheidswaanzin zou je het in momenten kunnen noemen. Ik merk dat mijn leeftijd al maakt dat ik iets bescheidener word, maar bij tijd en wijle ontvlamt er weer die wanhopige noodzaak om dat ene boek te schrijven dat de wereld verandert… Onder invloed van deze voortdrijvende kracht, maar zonder al te veel regie, werk ik dan als een bezetene aan ‘het grote werk’, waarbij ik in de haast waarmee ik te werk ga, al wat bijzonder is in mijn leven niet meer zie of soms zelfs beschadig.

Om van deze astronome te horen dat wij als planeet helemaal niet zo bijzonder zijn en rond een ster draaien (onze zon) zoals zovele dat doen, zette even alles in perspectief. Het was alsof ik ergens in zakte, mijn eigen menselijkheid wellicht. Mijn lichaam ontspande en de inflatie verdween. Ik wist weer waar ik was en wie ik was. Het heeft me ook weer doen beseffen dat mijn hart op twee plekken tegelijk kan zijn en het ritme vormen dat we leven noemen. Bij het vuur dat oplaait aan mijn toekomstdromen èn in de wereld waar deze dromen zeer gestaag een vorm aan nemen; onder de mensen in het hier en nu. Dit zijn de momenten waarop ik weer weet waarvoor ik er ben.

Het was namelijk díe verwondering over hoe het werkt in het kijken naar de levende werkelijkheid, die ervoor zorgde dat ik weer bij mezelf kwam. Met al mijn werk, in coaching, consultancy, lezingen en cursussen, wil ik blikken openen en de leergierigheid en nieuwsgierigheid opwekken voor de magie van ons bestaan. In de wens dat dit tot meer menselijkheid, minder opsmuk en meer kwaliteit van samen leven en werken zal leiden.